Walnoot

De walnoot (ook wel okkernoot genaamd) is een noot die in een harde houtachtige schaal groeit. Walnoot vrucht De vrucht lijkt een beetje op een stel hersenen.

De walnoot groeit in grote hoge bomen. Tijdens de groei van de walnoot zit de noot in een harde schaal, die op zijn beurt weer goed beschermd zit in een bolster. De walnoot is erg geliefd om zijn heerlijke smaak en als goede voedingsbron.

De naam Walnoot

Het is niet helemaal bekend waar de walnoot zijn naam vandaan heeft gekregen. De naam zou een verbastering kunnen zijn van ‘Waalse noot’. Het zou ook kunnen dat ‘wal’ van het Oudengelse ‘wealh’ (betekent ‘vreemd’) vandaan komt. Een andere mogelijkheid is dat de benaming van het oud Nederlandse woord ‘wal’ afkomstig is. ‘Wal’ betekent ‘groot’, dus ‘grote noot’, net zoals in ‘walvis’, ‘grote vis’. Het woord ‘noot’ is afkomstig van het Latijnse woord ‘nux’ of ‘nucleus’ (vrucht in de schaal, de kern) of het Germaanse ‘knud’.

Steenvrucht

De walnoot wordt ‘noot’ genoemd, maar in de botanie is ze dat niet. De walnoot wordt hier als ‘steenvrucht’ beschouwd. Steenvruchten zijn vruchten waarvan de binnenwand stenig is. Andere voorbeelden van steenvruchten zijn: abrikoos, kers, perzik en pruim.

Okkernoot

De walnoot wordt in de Nederlandse taal ook ‘okkernoot’ genoemd. Vroeger werd okkernoot ‘nokernot’ genoemd. ‘Noker’ komt van het Latijnse ‘nucarius’ en ‘nucerius’ (notenboom) en ‘not’ van ‘noot’ omdat het een noot betrof. ‘Nokernot’ betekent dus eigenlijk ‘noot van de notenboom’. Al snel verdween de ‘N’ uit het ‘nokernot’ en nog later begonnen de mensen ‘okkernoot’ uit te spreken in plaats van ‘okernoot’. Het woord ‘okkernoot’ wordt vooral in België gebruikt.

Verschillende soorten walnoten

Net zoals de meeste vruchten, bestaan er ook van de walnoot verschillende soorten. De vorm van de hangt samen met de boomsoort waar hij vandaan komt. Een paar voorbeelden van walnoten soorten zijn de noten van de: Juglans Regia, Juglans Nigra, Juglans Cordiformis en Juglans Cinerea.

Juglans Regia (de bekendste noot)

De walnoot van de Juglans Regia heeft een grote ronde vorm. De schaal is houtachtig en lichtbruin van kleur. De vrucht van een hele verse walnoot heeft een lichte kleur. Na het droogproces krijgt de noot een donkerdere bruine kleur. Deze noot is makkelijk te kraken met een notenkraker, en wordt veel gegeten en verwerkt in diverse gerechten.

Juglans Nigra (zwarte walnoot)

De zwarte walnoot is afkomstig van de Juglans Nigra. Deze juglanssoort is inheems in het oosten van Noord Amerika. De schaal van de walnoten hebben een bruine kleur. De vrucht is eetbaar, maar de walnoot is amper te kraken. De kleurstoffen die in de bolster van de walnoot zitten, werd door de Indianen gebruikt als verf om hun haren mee te verven. Tegenwoordig wordt de kleursof gebruikt om handwerkjes te verven.

Juglans Cordiformis (bitternoot)

Deze soort komt uit Japan. De walnoot heeft een langwerpige amandelvorm. Hij zit qua structuur een beetje tussen de Regia en Nigra in. De schaal van de noot is niet zo hard als die van de zwarte walnoot. De bolsters groeien als trosjes aan de boom hebben en hebben een gele kleur.

Juglans Cinerea (boternoot, grijze walnoot)

De boternoot komt uit Canada. De boternoot heeft een ovale vorm. De schaal van deze walnoot is erg dik en moeilijk te kraken. De oppervlakte heeft diepe groeven. De walnoot in de schaal is meestal klein. De bolsters zijn plakkerig en hebben een groene kleur. Bij het droogproces kan de walnoot met bolster en al gedroogd worden. De bolster droogt dan uit en is er makkelijk af te halen.